De voor de wielophanging verantwoordelijke ingenieurs bij Volvo hebben de wagens uitgerust met een geavanceerd wielophangingssysteem. Het perfecte evenwicht en de optimale balans van de 700's bij het rijden op zowel de binnenwegen als de optimale instelbaarheid voor rijden op snelwegen zijn daarvan het overduidelijke bewijs. Alles is daarbij gericht op het in stand houden van een optimale wielstand tijdens het accelereren, remmen en uiteraard bij het nemen van bochten. Alle voordelen worden echter teniet gedaan bij de minste ontregeling van de wielophanging, velgen en banden.
Helaas zal zelfs het gewoon rijden van de auto op de weg geleidelijk een ontregeling veroorzaken. Met iedere kilometer verloopt de instelling een beetje ten opzichte van de oorspronkelijke fabrieksinstelling. Het raken van een stoeprand of gat in het wegdek kunnen de wieluitlijning in een keer totaal ontregelen. Het advies is daarom om de uitlijning minimaal één keer per jaar te laten corrigeren door een goed geëquipeerde specialist.
Het vinden van in een gekwalificeerde technicus is niet eenvoudig. Je eigen Volvo-dealer is een eerste mogelijkheid. Zoek vooral naar een werkplaats voorzien van moderne apparatuur en vraag naar een monteur die speciaal opgeleid is voor de betreffende apparatuur. Wees er van overtuigd dat de monteur ervaring heeft met "vierwiel uitlijning". Een optimale wegligging is het resultaat van een optimale wieluitlijning welke zo goed is als de toewijding van de monteur.
De meeste auto's zijn alleen verstelbaar voor het toe- of uitspoor. Het toespoor aan de vooras is instelbaar door middel van de stuurstangen, zoals bij alle auto's. Caster en camber zijn nauwkeurig instelbaar met speciale tandkambouten aan elke onderste draagarm.
Toespoor en uitspoor is het evenwijdig staan van de wielen van boven af gezien. Toespoor betekent dat de voorkanten van de banden dichter bij elkaar staan dan de achterkanten. Te veel toespoor veroorzaakt een wat lichter stuurgevoel en extra bandenslijtage. Uitspoor betekent het omgekeerde, waarbij de voorkanten verder uit elkaar staan dan de achterkanten van de banden. Teveel uitspoor veroorzaakt niet alleen extra bandenslijtage maar ook instabiliteit.
Camber en caster zijn heel nauwkeurig instelbaar. Dit is de hoek van de stuurstang of fuseepen van opzij gezien in de langsrichting. Het caster bepaalt vooral de zelfsturing. Een verkeerd caster veroorzaakt in principe geen extra slijtage maar kan het van nature directe weggevoel van de Volvo 700's sterk negatief be�¯nvloeden! Camber is de verticale hoek van het wiel ten opzichte van het wegdek van achter af gezien. Als de bovenkanten van de banden naar binnen staan, is er sprake van negatief camber; als de bovenkanten van de banden naar buiten staan, is er sprake van positief camber. Extreem negatief camber kan de wegligging in bochten sterk verbeteren; de band hangt dan als het ware een beetje in de bocht zoals een motorrijder dat doet. Extreem positief camber kan een auto zeer onstabiel maken. Zowel te veel negatief als positief camber leiden al snel tot bandenslijtage.
Overigens zijn de fabrieksinstellingen een compromis, bedoeld voor normaal gebruik en een matige slijtage. Het is in verreweg de meeste gevallen een heel goede keuze. Het kan echter wel beter. Voor veeleisende bestuurders en in meer extreme situaties zoals bij frequent rijden op snelwegen kunnen andere instellingen worden verkozen die een enorm verschil maken. De echte uitlijnspecialist beschikt niet alleen over de fabrieksspecificaties maar ook de door Volvo opgegeven marges in die instellingen.
Heb je een keer een stoeprand geraakt, ben je in een gat gereden? Heb je een onregelmatige bandenslijtage of lijkt het net of je 7 anders stuurt (onderstuur of extreem overstuur) laat dan ook tussentijds voor een paar tientjes de uitlijning controleren. Vertel de monteur precies wat je voelt of wenst en hij kan de wegligging van je 7 geheel naar je voorkeur optimaliseren. Wie het uitlijnen ook uitvoert, vraag ook altijd om rekening te houden met de gewichtsbelasting van de bestuurder plus eventuele bijrijder. Een extra gewicht van 50kg maakt al een groot verschil.
Het stuurkarakter van een Volvo is met de wielophanging vanaf de fabriek al zonder meer exceptioneel goed en verregaand neutraal. Toch kan er behoefte ontstaan aan een nog verdere optimalisering van de wegligging. Dat kan bijvoorbeeld het vervolg zijn op de montage van bredere wielen en banden, een verstoring van de wieluitlijning of de aanpassing van de balans van het voertuig naar eigen smaak.
In het kader van voertuigbeheersing worden de onderstaande drie begrippen gehanteerd. Elk daarvan staat in verhouding tot wat de bestuurder achter het stuur ervaart. De effecten zijn een enkele keer al merkbaar bij relatief lage snelheden, soms pas bij hogere snelheden.
Onderstuur: Het voelt alsof de auto de bocht niet wil nemen. Of de wielen niet genoeg verdraaid zijn. Of de auto liever rechtdoor wil.
Neutraal: Elke bocht verloopt als op rails. De auto stuurt strak en is volledig in balans. Het voelt stabiel en heel gecontroleerd aan.
Overstuur: De auto reageert fel op de stuurbeweging. De neus van de auto wil naar de binnenkant van de bocht. De achterkant voelt licht aan of breekt uit.
Er zijn verschillende meer of minder ingrijpende manieren om de wegligging van een op de achterwielen aangedreven Volvo te beïnvloeden. Bijvoorbeeld:
Component
Wil je minder overstuur en meer onderstuur lees dan eerste regel
Wil je meer overstuur en minder onderstuur lees dan tweede regel
Bandenspanning achter 0,2 bar hoger dan voorzijde
hoger (levert dus -overstuur, +onderstuur)
lager (levert dus +overstuur, -onderstuur)
Bandbreedte achter t.o.v. voor
breder
smaller
Schokdempers achter t.o.v. voor
zachter
harder
Wielcamber voor (is instelbaar)
positiever \ /
negatiever / \
Wielcamber achter (ook instelbaar)
negatiever / \
positiever \ /
Zwaartepunt (bagage en/of aanhanger)
minder achter
meer achter
Stabilisatorstang voor
dikker/korter
dunner/langer
Stabilisatorstang achter
dunner
dikker
Veersysteem voor
zwaarder
lichter
Veersysteem achter
lichter
zwaarder
Met nadruk wordt gewaarschuwd dat de bovenstaande aanpassingen slechts als leidraad kunnen worden beschouwd. Vooral bij een combinatie van aanpassingen kan onverwacht een tegenovergesteld effect optreden. Overleg bij voorkeur met (materiaal)specialisten en/of ervaren rijders.
