Storing zoeken 740 1984-1989

Volvo 740 1984-1989
8. Ontsteking
8.2.2 Storingenzoeken

De twee meest voorkomende storingen zijn:
A - De motor slaat bij starten niet aan;
B - De motor start moeilijk en/of loopt onregelmatig.

A - De motor slaat bij starten niet aan
- Verwijder de aanzuigslang van het luchtfilter.
- Verwijder de stekkerverbinding (A) van de regeleenheid, zie figuur 8.3.

figuur 8.3

Figuur 8.3: Stekkerverbinding (A) van de regeleenheid losnemen
- Sluit tussen pen 3 (blauwe draad) in de stekkerverbinding en massa een voltmeter aan.
- Start de motor. De spanning moet ten minste 9,5 V bedragen. Als geen spanning wordt gemeten de stekkerverbinding bij de A-stijl en zekering nummer 13 controleren. Als een te lage spanning wordt gemeten, moet u de accu controleren.
- Zet het contact af.
- Sluit een ohmmeter aan tussen pen 2 (zwarte draad) in de stekkerverbinding en de massa. De weerstand moet 0 ohm zijn. Bij een hogere weerstand moet u de stekkerverbinding bij de linkerwielkuip controleren (zie figuur 8.4). Controleer ook de massabout in het inlaatspruitstuk.

figuur 8.4

Figuur 8.4: Stekkerverbinding bij linkerwielkuip controleren
Verwijder de middelste stekker (B) van de regeleenheid, zie figuur 8.5.

figuur 8.5

Figuur 8.5: Middelste stekker (B) van de regeleenheid losnemen
- Meet de weerstand in de impulsgever door een ohmmeter aan te sluiten tussen de draden 4 en 5 van de stekkerverbinding. De weerstand moet 220 ± 60 ohm zijn. Bij een hogere of een lagere weerstand moet u de impulsgever vervangen. Let op! Controleer eerst of de impulsgever en het vliegwiel niet vuil zijn.
- Verwijder de bobinekabel en verwijder de stekkerverbinding (C) van de regeleenheid, zie figuur 8.6.

figuur 8.6

Figuur 8.6: Stekkerverbinding (C) en bobinekabel van de regeleenheid losnemen

figuur 8.7

Figuur 8.7: Bobine van regeleenheid verwijderen
- Zie figuur 8.7, verwijder de bobine van de regeleenheid.
- Controleer of de pennen 9 en 10 van de bobine niet zijn gecorrodeerd.
- Meet met een ohmmeter de weerstand tussen de contacten 3 en 9 van de regeleenheid. De weerstand moet 0 ohm zijn. Bij een hogere weerstand moet u de regeleenheid vervangen.
- Monteer de stekkerverbindingen (A), (B) en (C).
- Sluit tussen de pennen 9 en 10 van de regeleenehid een spanningzoeker (minimaal 4 W) aan. Laat de startmotor draaien; de spanningzoeker moet knipperen. Als de spanningzoeker niet knippert, moet u de regeleenheid vervangen.
- Zet het contact af.
- Meet met een ohmmeter de weerstand van de secundaire wikkeling van de bobine (tussen pen 9 en 11). De weerstand moet 4000 ± 1500 ohm zijn. Bij een hogere of een lagere weerstand moet u de bobine vervangen.
- Meet met een ohmmeter de weerstand van de primaire wikkeling van de bobine (tussen pen 9 en 10). De weerstand moet 0,6 ± 0,2 ohm zijn. Bij een hogere weerstand moet u de bobine vervangen.
- Monteer de bobine op de regeleenheid en sluit de bobinekabel aan.
- Trek de bobinekabel uit de verdelerkap. Start de motor en houd de kabel op een afstand van ca. 2 cm van het motorblok. Als u geen vonk ziet, moet de regeleenheid worden vervangen.
- Monteer de aanzuigslang van het luchtfilter.

Over de vereniging

Social

  • Facebook
  • Flickr
  • YouTube

De VolvoKV is lid van

FEHAC
KNAC
NCAD
Fehac
KNAC
NCAD