Het defectlicht waarschuwingssysteem van Volvo werkt op weerstandswaarde.
Het is dus zo dat het relais wat hiervoor verantwoordelijk is, 'meet' of de hoeveelheid
stroom op beide (bijv. remlichten) gelijk is.
Is dit niet het geval, zal in het dashboard het 'defect licht'-lampje oplichten.
Let op dat slecht massacontact (door bijvoorbeeld corrosie) ook kan leiden tot het oplichten van het waarschuwingslicht, net als een verkeerd aangesloten derde remlicht en een verkeerd geplaatste lamp voor rem/dimlicht en dat dat waarde van de lamp ook belangrijk is.
Als er links een ander wattage in de houder zit, zal dat ook leiden tot een oplichtend lampje.
Controle vindt minimaal plaats op de lampen van de dimlicht, stadslicht, achterlicht en remlicht.
Het is verstandig altijd in paren te vervangen van lampen van hetzelfde merk en type.
Voor zover bekend zijn er in Europa vier typen relais voor kapot-licht-controle:
Een witte
Een zwarte
Een gele (bij een remlicht in de dakspoiler van de estate)
En een groene (bij een derde remlicht in of boven de achterklep)
Daarnaast worden er in de U.S.A. en Canada nog relais in de kleuren rood en blauw gebruikt.
De controle die in de verschillende relais plaatsvindt is verschillend, dit zal ik later toevoegen.
Binnenverlichting is niet aangesloten op dit systeem.
Normaal zit een derde remlicht, buiten het relais om aan de remlichtschakelaar vast, zodat
het wel of niet werken van het derde remlicht geen signalering geeft.
Kleine toevoeging:
Ook omdat de weerstandswaarde van verouderde lampen hoger wordt, kan het zijn dat als er 1 van de twee H4 koplamp-lampjes vervangen wordt, de defectlicht-indicator zal oplichten. Meestal zal kort nadat de ene lamp het begeeft, de andere ook defect gaan, dus mede door deze twee zaken is het verstandig de lampjes tegelijk te vervangen. Tevens geldt dat zelfs verschillende merken lampen (rondom, dus ook bij remlicht en stadslicht) ook een onbalans in de stroomkring kan veroorzaken, zodat ook dit tot oplichten van het lampje leidt.